Er zijn veel soorten slagen bij Padel. Het is belangrijk in het spel dat je varieert in de slagen die je gebruikt. Wissel eens af tussen de forehand en backhand. Je zult toch alle slagen moeten beheersen om een behoorlijk potje Padel te kunnen spelen. Vaak zal je een voorkeur hebben voor welke slag of slagen je het fijnste vindt om te gebruiken. Dit zal bij jouw tegenstanders ook het geval zijn. Probeer uit te vinden welke slagen zij lastiger vinden en maak daar gebruik van. Hieronder hebben wij alle verschillende soorten slagen voor je op een rijtje gezet.
Service
Het spel begint altijd met een service. Je kan veel voordeel halen uit een goede service. Wanneer de service niet makkelijk is om te retourneren, kun je zelf de aanval inzetten. Bij een zwakkere service zal de tegenstander mogelijk de aanval inzetten.
Bij wedstrijd Padel wordt eigenlijk maar een service gebruikt. Dat is de slice service. Doordat je met slice serveert, krijgt de bal een backspin waardoor de bal na de stuit doorschiet en daardoor vaak lager blijft dan het net. Hierdoor is deze service lastiger te retourneren.
Forehand
De forehand wordt vaak gezien als de makkelijkste slag. Vaak hebben spelers ook de voorkeur om een forehand te slaan in plaats van een backhand. Met een forehand hebben ze vaak meer controle en kunnen ze de bal beter plaatsen.
We kennen een aantal variaties op de forehand. Je kan de bal “plat” met je racket slaan, met slice of in open stand.
Vlakke forehand
Een vlakke forehand raak je zonder enig effect. Je slaat dus met je racket plat tegen de bal aan. Zorg ervoor dat je indraait naar de bal en bij het slaan je gewicht van je achterste voet naar je voorste voet verplaatst. Je racket komt vanaf heuphoogte en eindigt op schouderhoogte.
Slice forehand
De slice forehand sla je door met je racket hoog te beginnen en laag te eindigen. Je racket start op schouderhoogte en maakt een neerwaartse beweging bij het raken van de bal. Zorg er hierbij ook voor dat je gewicht van je achterste naar je voorste voet gaat. Ideaal is om de bal te raken tussen heup en schouder hoogte.
Open stand forehand
Een open stand forehand wordt gebruikt wanneer de bal snel aankomt en je weinig tijd hebt voor een goede voorbereiding. Bij de open stand forehand staan je voeten op ongeveer schouderbreedte gelijk naast elkaar. Je slaat een platte forehand met je racket van laag naar hoog. Verplaats na het slaan van de bal wel met een voet je lichaam naar voren.
Backhand
Bij backhand kennen we de vlakke en slice backhand.
Vlakke backhand
Het racket begint op heuphoogte en eindigt op schouder hoogte. Je raakt de bal plat met je racket. Wanneer de bal naar je toe komt, draai je met je lichaam in en stap je met je voorste voet naar de bal toe.
Slice backhand
Het racket begint op schouder hoogte. Je raakte de bal voor je uit. Je maakt een neerwaartse beweging met het racket op het moment dat je de bal raakt. Verplaatse je gewicht weer naar voren.
Volley
Wat eigenlijk het belangrijkste is bij Padel is dat je goed kan volleren. Padel wordt veelal aan het net gespeeld. Na een service wordt er direct opgelopen naar het net. Dit legt druk op de tegenstanders maar zorgt er wel voor dat je veel ballen snel op je af zal krijgen. Wanneer je dus goed kan volleren heb je de belangrijkste soorten slagen bij Padel onder de knie.
Aan het net heb je de forehand volley en de backhand volley. Omdat je aan het net staat, sta je dichterbij de tegenstanders. Hierdoor zullen de ballen sneller op je afkomen. Dit maakt het netspel vaak lastig. Het belangrijkste bij de volley is de lichaamshouding. Wanneer de bal op je afkomt, ga je direct met je racket naar achter. Je draait met je schouders in en je stapt met je andere voet naar voren. De bal raak je iets voor je lichaam. Je houdt je onderarm en pols strak en stabiel, waardoor je de bal als het ware blokt. Je gebruikt hierbij de snelheid met welke de tegenstanders de bal naar je toeslaat. Dit geldt voor zowel de forehand als de backhand volley.
Smash
Bij Padel zie je vaak dat een punt eindigt met een smash. Het liefste gaat de smash na het stuiteren de baan uit.
Bij de smash in Padel kan je kiezen uit een platte smash, een topspin smash of een slice smash ook de Bandeja genoemd.
Het gevaar bij de smash in Padel is dat de bal via de wand terug kan komen waardoor de tegenstander een gevaarlijke kans krijgt om het punt te scoren.
Vlakke smash
De vlakke smash wordt vaak toegepast wanneer je zeker weet dat je het punt kan scoren. Wanneer de bal hoog aan komt, draai je in met je lichaam. Daarna ga je met je racket omhoog en wijst met je andere hand naar de bal. Je beweegt je naar voren of naar achter met een side step om zo perfect onder de bal te komen. Je probeert de bal hoog te raken. De platte smash probeer je zo te slaan dat de tegenstanders er niet meer bij kunnen.
Topspin smash
Het verschil bij de topspin smash is dat je met je racket de bal van laag naar hoog raakt. Hierdoor krijgt de bal een voorwaarts roterende spin. Deze spin zorgt ervoor dat de bal na de stuit omhoog schiet. Hierdoor zie je vaak dat de bal over het glas heen gaat na de stuit. Hiermee dwing je de tegenstander het veld uit.
Slice smash (Bandeja)
Een van de meest iconische soort slagen bij Padel is de Bandeja. Bij de slice smash is de voorbereiding hetzelfde als bij de andere smashes. Je draait in met je lichaam en gaat met je racket omhoog. Je wijst met je andere hand naar de bal. Wat anders is, is dat je de bal verder laat zakken dan bij de andere smashes, waardoor je de bal een backspin kan geven. De backspin zorgt ervoor dat de bal na het stuiteren doorschiet en zo moeilijker wordt voor de tegenstanders.
Lob
Van alle soorten slagen bij Padel is de lob een van de belangrijkste. Zoals we net verteld hebben wordt bij Padel vaak opgelopen na de service. Dit zorgt ervoor dat je twee tegenstanders bij het net hebt staan, waar ze gevaarlijk zijn. Als je op zo’n moment een goede lob kan slaan, kan dit het punt volledig veranderen. Dit zorgt ervoor dat de tegenstanders naar achteren moeten en geeft dit jou en je maatje de kans om naar het net te gaan. Het inzetten van een Lob geldt dan ook als een defensieve tactiek. Meer weten over tactieken? Bekijk dan een volgende blogpost.
Je kan hierbij ook weer kiezen of je de lob slaat met de forehand of de backhand.
Bij de lob is het van belang dat je door je knieën gaat wanneer de bal op je afkomt. Ga met je racket van laag naar hoog. Op het moment dat je de bal slaat, kom je met je bovenlichaam omhoog en verplaats je je lichaam voorwaarts. De meeste kracht achter de bal komt vanuit de benen.
Dropshot
Een goede dropshot in Padel is lastig. Dit komt doordat het veld een stuk kleiner is en de tegenstanders makkelijker bij de ballen kunnen komen. Om een winnende dropshot te slaan moet je zelf al bij het net staan. De tegenstanders moeten beide ver van de bal verwijdert zijn. Probeer dan ook geen dropshot te slaan wanneer je achterin het veld staat of zelfs wanneer je halverwege het veld staat. Wanneer de bal aankomt ga je door je knieën. Je zorgt ervoor dat je stabiel staat. Vaak wordt gekozen om de bal een backspin te geven waardoor de bal minder omhoog komt na de stuit. Het ideale raakvlak is tussen borst en kniehoogte.
